Minister van Gennip (SZW) heeft de Wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) op 11 juni in internet consultatie gebracht. In deze wet worden de eerste contouren van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen gegeven.
Achtergrond
Driekwart van de zelfstandigen is niet (voldoende) verzekerd tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid. Dit zorgt voor een ongelijk speelveld en legt ongewenste kosten op de samenleving. In het pensioenakkoord van 2019 is afgesproken hier iets tegen te doen. Minister van Gennip komt met een voorstel voor de BAZ. Deze wet biedt zelfstandigen een basisvangnet bij arbeidsongeschiktheid, zodat zij niet afhankelijk worden van bijstand of hun partner.
Zelfstandigen zonder AOV
Veel zelfstandigen hebben geen AOV of hun AOV is niet toereikend. Dit heeft verschillende redenen. Sommige zelfstandigen vertrouwen op schenkkringen, hun eigen vermogen of op het inkomen van hun partner, maar dit zijn geen betrouwbare langetermijnoplossingen. Een derde van de zelfstandigen heeft helemaal geen voorziening. Zij vinden vaak de premie van een AOV te hoog. Dit komt deels door het gegeven dat het arbeidsongeschiktheidsrisico voor de meeste mensen slecht te bevatten en in te schatten is. Ook zijn er zelfstandigen die vanwege hun leeftijd of gezondheid geen AOV kunnen afsluiten. Volgens het Verbond van Verzekeraars is tussen de 6% en 6,5% van de zelfstandigen die een private verzekering aanvragen onverzekerbaar. Een nog grotere groep is geaccepteerd voor een AOV met een (medische) uitsluiting of met een eindleeftijd die voor de AOW-leeftijd ligt.
Kern van de BAZ
De minister kiest nu voor een verplichte verzekering waarop alle zelfstandigen tot hun AOW zonder uitsluiting verzekerd zijn op een manier die betaalbaar, uitlegbaar en uitvoerbaar is. In het huidige voorstel zijn dit de kenmerken van de verplichte AOV voor zelfstandigen:
- Verplichte groep verzekerden: de IB-ondernemer, dus niet alleen de zzp’er (ongeveer 1,3 miljoen mensen). De directeur-grootaandeelhouder (DGA), resultaatgenieter (resultaat uit overige werkzaamheden) en meewerkende partner zijn uitgesloten van deze verplichte verzekering.
- Uitvoering: UWV.
- Innen van de premie: Belastingdienst.
- Arbeidsongeschiktheidscriterium: drempelfunctie. Dit is een nieuw criterium. Een uitkering vindt plaats als de ondernemer door ziekte of gebrek niet meer in staat is in welke functie dan ook het minimumloon te verdienen. Volgens dit criterium is iemand dus minder snel arbeidsongeschikt dan volgens de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).
- Uitkering: 70% van de winst (tot maximaal het minimumloon) minus 70% van het resterend inkomen.
- Wachttijd: 52 weken.
- Eindleeftijd: AOW-leeftijd.
- Premie: ongeveer 6,5% van de winst tot maximaal €195 per maand.
- Op-out: de zelfstandige kan onder voorwaarden kiezen voor een private verzekering in plaats van de publieke verzekering via het UWV. In dit geval betaalt de private verzekeraar een stabiliteitsbijdrage waarmee het risico van averechtse selectie moet worden voorkomen (het risico dat slecht verzekerbare ondernemers alleen overblijven bij het UWV). Ook moet de private verzekering voldoen aan minimale voorwaarden, zoals minimaal dezelfde dekking met minimaal dezelfde premie. Voor het minimale gedeelte in de verzekering mogen ook geen medische uitsluitingen gelden. Voor uitgebreidere dekking mogen wel andere eindleeftijden of medische uitsluitingen gelden.
- Meewerkende partner: deze kan zich binnen dertien weken na start van de werkzaamheden vrijwillig verzekeren voor de ziektewet en WIA, ook al was er daarvoor geen arbeidsverleden in loondienst. Deze uitbreiding geldt alleen voor meewerkende partners van zelfstandig ondernemers die onder de verplicht verzekerden vallen, ook als de zelfstandig ondernemer gebruik maakt van de opt-out regeling.
Impact op de private AOV
De BAZ heeft grote gevolgen voor bestaande private AOV’s. Dit beïnvloedt zowel informatie en advies als de inhoud van de private verzekering.
Verzekeraars moeten nieuwe producten ontwikkelen die voldoen aan de eisen van de BAZ en extra dekking bieden. Dit betekent dat zij waarschijnlijk AOV’s aanbieden zonder medische uitsluitingen met een looptijd tot de AOW-leeftijd om aan de opt-out regeling te voldoen. Ook ontwikkelen zij waarschijnlijk producten die specifiek de basisdekking van de BAZ aanvullen zodat verzekerden met uitsluitingen of kortere looptijden toch beter verzekerd zijn.
Daarnaast hebben verzekeraars de opzegtermijn van een AOV vaak laten vervallen. In de plannen staat dat zij uiterlijk een dag voordat de private AOV eindigt door opzegging het UWV moeten informeren. Het is onzeker of verzekeraars dit kunnen doen zonder opzegtermijn. Een verzekeraar moet ook iets inrichten om erachter te komen dat een verzekerde buiten de groep verplichte verzekerden valt, zoals een zelfstandig IB-ondernemer die switcht naar een bv. Ook dit moet door de verzekeraar meteen worden gemeld aan het UWV in verband met het einde van de stabiliteitsbijdrage.
Status van het wetsvoorstel
Dat er een wet komt die een verplichte AOV voor zelfstandigen regelt is vrijwel zeker, maar de details kunnen nog veranderen. Het voorstel is in consultatie tot 23 juli 2024. Daarna volgt behandeling door Raad van State, de Tweede kamer en de Eerste Kamer. In elke fase kunnen er aanpassingen komen.
De wet moet uiterlijk in het eerste kwartaal van 2025 definitief zijn om de EU-subsidie van 5,4 miljard euro niet mis te lopen. Vanuit de corona-tijd is een Europese Herstel en Veerkrachtfaciliteit (HVF) opgebouwd waaruit dit bedrag aan Nederland is toegezegd. Voorwaarde is dat 49 investeringen en hervormingen worden genomen waarvan de verplichte AOV voor zelfstandigen er één is. De minister heeft dus niet voor niets haast.
Wil je meer informatie? Neem contact met ons op via verzekering@reinerie.nl.
Recente reacties